Veelgelezen blogartikelen en veelgelikete posts op LinkedIn van mij zijn vaak gebaseerd op een interview. Ik zet de tekst om van interview tot blogartikel. Want interviews zetten als vanzelf je doelgroep in de schijnwerpers en daardoor voelen zij zich snel aangesproken.
Dat adviseer ik dus veel bloggers, vooral als je het moeilijk vindt om weer een nieuw onderwerp te verzinnen. Want als ik één vraag veel heb gekregen, de afgelopen tien jaar, is het hoe je aan onderwerpen komt. Voor een interview hoef je dat niet te bedenken, daar komt de ander wel mee.
Leestijd: iets van 12 minuten, maar vanaf de vragen in de alinea hieronder kun je rechtstreeks naar één onderdeel doorklikken.
Dat begint al met de voorbereiding:
Dan heb je alleen nog het interview gehad.
Bepaal eerst wat je wilt bereiken. Natuurlijk, een interview is content voor je blog en dat kun je weer lekker delen op social media. Als je de geïnterviewde tagt, bereik je meteen het hele netwerk van diegene, wat je bereik enorm vergroot. Meer daarover in mijn laatste artikel over LinkedIn.
Je blog schrijf je voor je doelgroep. Wil je iemand interviewen om die persoon een plezier te doen, maar is die niet interessant voor je doelgroep, zoek dan een ander platform. Je blog en de social media van je bedrijf zijn daarvoor niet geschikt.
Met je blog kun je bijvoorbeeld je doelgroep laten zien hoe jij werkt en hoe je klanten met jouw diensten kunnen stralen. Je kunt tips geven, inspireren en af en toe zelfs een concrete dienst aanbieden. Maar maak geen reclame op je blog en val je doelgroep niet lastig met iets waar ze niets aan hebben als ze niet betalen.
Vervolgens moet het een leuk gesprek worden, met wederzijds respect en zelfs wederzijdse waardering. Je hoeft niet op te kijken tegen de geïnterviewde en je moet al helemaal niet gaan slijmen, maar een persoon waar je een klik mee hebt leidt gemakkelijker tot een goed gesprek.
Hoe leuker het gesprek, hoe lekkerder voor je doelgroep. Je blog is niet het platform voor vuur-aan-de-schenen-interviews, laat dat maar over aan Mariëlle Tweebeeke.
In een blog passen naar mijn overtuiging ook geen interviews met medewerkers of stagiairs om ze voor te stellen. Die horen op de over-ons-pagina en ze mogen heel af en toe heel kort tussen je waardevolle informatie op socialmediaposts staan, omdat je potentiële klanten graag weten met wie ze spreken of mailen als ze contact opnemen.
Medewerkers en stagiairs zijn echter wel heel geschikt om te interviewen als ze iets te vertellen hebben waar jouw doelgroep iets aan heeft. Dat kan een recente ontwikkeling zijn die een stagiair op de vakopleiding heeft geleerd, een relevant project dat een medewerker heeft uitgevoerd en zelfs de meest gestelde vragen die een goede receptionist zelf kan beantwoorden zonder door te zetten aan de consultants.
Af en toe is ook een interview interessant met mensen waar je mee samenwerkt met dezelfde doelgroep, of een grote overlap daarin.
Als je bijvoorbeeld een nieuwe website wilt, heb je niet alleen een schrijver nodig, maar ook een fotograaf, vormgever en webbouwer. Daarom interview ik soms webbouwers of fotografen met een soortgelijke doelgroep. Maar dus geen food-fotograaf of een webshopbouwer, want daar heeft mijn doelgroep relatief weinig aan.
Je kunt overwegen een goeroe of topper op je eigen vakgebied te interviewen. Zo iemand kan je doelgroep ongetwijfeld inspiratie en waardevolle tips bieden, al zal die voor jouw blog niet snel ‘geheimen van het vak’ verklappen – dat bewaart die persoon ook voor de eigen website. Daarbij kan de grootheid van zo’n goeroe jou overschaduwen. Als ik al een goeroe of BN’er zou interviewen voor mijn blog, zou ik kiezen voor iemand die een heel andere doelgroep heeft, maar toch iets interessants voor mijn doelgroep heeft. Bijvoorbeeld Japke D. Bouma. In elk geval geen concurrent en zeker niet iemand die veel beter is dan ik op mijn eigen vakgebied.
Dat gezegd hebbende: ik geloof niet in concurrenten. Ik denk dat ik weliswaar dezelfde dienst lever als vele anderen, maar dat ieder van ons het toch op een andere manier doet met een andere insteek en vooral een andere achtergrond. Mijn achtergrond van een technische opleiding, leidinggeven en consultancy is voor een schrijver uniek, evenals de achtergrond van mijn zogenaamde concurrenten.
Dan kom ik bij het soort mensen dat ik het liefst en het vaakst uitnodig voor een interview: mensen uit mijn doelgroep. Dat zijn soms klanten en soms nog niet.
Uiteraard zijn al mijn klanten supertevreden en enthousiast over mijn diensten, maar het lijkt me eigenlijk wel interessant om een ontevreden klant te interviewen. Ik herinner me een negatief review van ons favoriete vakantiedorpje in het zuiden van Kreta, waarin iemand zich beklaagde dat er niets te doen was. De klacht van de één kan een aanbeveling voor een ander zijn. (Nog een reden om niet in concurrentie te geloven.) Meestal is de uitdaging om klanten níét te enthousiast over je te laten praten, want mensen zijn nu eenmaal superbehulpzaam. Desnoods vraag je in je interview naar verbeterpunten om het wat geloofwaardiger te maken.
Mensen uit je doelgroep die (nog) geen klant zijn, zijn ook interessant. In het artikel doelgroepanalyse daarover meer.
Ja, de eerste keer iemand vragen om te interviewen is spannend. Iedereen die ik ooit gevraagd heb een interview te geven voor mijn blog reageerde daar positief op. Twee mensen haakten af: beiden hebben absoluut geen nieuwe klanten nodig, de ene is zich aan het oriënteren om een nieuwe weg in te slaan met zijn bedrijf en de ander is aan het afbouwen omdat ze minder wil gaan werken. Mensen helpen nu eenmaal graag en zijn vaak ook blij met de extra aandacht voor hun bedrijf. Dus aarzel niet en trek de stoute schoenen aan!
Maak meteen duidelijk dat het er niet om gaat dat ze vertellen hoe goed jij bent, maar dat ze een verhaal vertellen waar jouw doelgroep iets aan heeft. Daarbij mogen ze zelf in schitteren, zo lang ze maar geen verkooppraatje houden. Niet voor jou, en niet voor zichzelf.
Vraag vooraf of je naam en toenaam mag noemen, een (rechtenvrije!) foto van de geïnterviewde op je website mag plaatsen en geïnterviewde mag taggen wanneer je het interview op social media plaatst.
Soms wordt het gewoon een goed gesprek waar je eventueel achteraf gemakkelijk een structuur in kunt aanbrengen. Maar een klein beetje voorbereiding is altijd handig.
Het interview kan gaan over een succesvol project dat jij hebt begeleid of uitgevoerd, maar dat hoeft niet. Iemand kan ook vertellen over een succes dat zonder jou bereikt is, zo lang het jouw expertise maar niet ondermijnt. Overigens zijn mislukte projecten vaak veel leerzamer, maar niet iedereen praat daar gemakkelijk over in het openbaar. Een anekdote van iets kleins dat mis ging krijg je er vaak wel uit. Dat maakt het verhaal bijna altijd beter.
Zoals eerder gezegd is een heel project te groot voor een blog, ook voor een interview. Zoom daarom in op anekdotisch niveau. Natuurlijk mag je iemand laten opscheppen over een projectbudget van 27 miljoen, maar zoom dan gauw in op een verhaal waarin er iets veranderde door het ingrijpen van de held (dus de vertegenwoordiger van je doelgroep). Vraag naar zo concreet mogelijke voorbeelden.
Stel daarover de vragen van Arie en daarmee is je verhaal eigenlijk al klaar. Een spontaan gesprek kun je ook afsluiten door gezamenlijk de vragen van Arie door te nemen, daar heb je bij het uitwerken meestal plezier van.
Interessant vond ik het gesprek waarin de geïnterviewde mij vragen stelde. Het werd een soort live-versie van frequently asked questions en die vorm heb ik daarna nog eens gebruikt. Deze vorm is ook heel geschikt bij mensen die nog weinig ervaring hebben. Jij kunt in dit omgekeerde interview de antwoorden geven in de specifieke situatie van de persoon waarmee je in gesprek bent. Dit is een heel aantrekkelijke vorm van bloggen voor als je zelf moeilijk op gang komt met schrijven.
Een blog hoeft natuurlijk niet altijd geschreven te zijn. Enerzijds omdat niet iedereen gemakkelijk schrijft en anderzijds omdat niet iedereen graag leest. Een interview is een heel goede vorm voor een podcast of een video. Je kunt er ook voor kiezen het af te wisselen of in verschillende vormen aan te bieden.
Je podcast- of video-opname moet wel enigszins professioneel zijn, maar het hoeft geen topproductie te worden. Een met je eigen telefoon opgenomen video van een boswandeling waarop je bijvoorbeeld leiderschap bespreekt kan heel goed werken. Test het resultaat bij voorkeur bij een paar kritische mensen uit je doelgroep.
Daarnaast kiest de Correspondent er vaak voor om de schrijvers het artikel voor te laten lezen. Dit heb ik ook bij een paar artikelen geprobeerd. Dat kost meer tijd dan ik dacht, allereerst omdat foutloos voorlezen zelden in één keer lukt. Een kleine verspreking is niet erg, maar voor deze vorm moet je wel vloeiend kunnen voorlezen. Ook heeft niet iedereen een goede voorleesstem (zelfs niet iedereen van de Correspondent, vind ik). Je kunt je artikelen door de consultant met de beste voorleesstem laten voorlezen en zelfs een professional inhuren. Daarmee raak je wel een deel van je authenticiteit kwijt, vooral als de artikelen in de ik-vorm zijn geschreven. Enfin, iets om over na te denken.
Als je er een geschreven artikel van maakt, gelden andere regels dan wanneer je een video ondertitelt of onder een video of podcast de tekst uitschrijft. Ondertiteling is een vak apart: de tekst moet korter dan de gesproken tekst, omdat mensen langzamer lezen dan spreken. Maar het moet exact kloppen met de gesproken tekst, zeker als het beide in dezelfde taal is.
Je kunt er ook voor kiezen om de podcast of video te plaatsen en daaronder de hele tekst uit te schrijven om na te lezen of voor degenen die liever lezen dan kijken of luisteren. Dan schrijf je de complete tekst uit. Hoe ver je die redigeert is een kwestie van smaak, maar je kunt hier absoluut geen inhoud veranderen, onderdelen weglaten of anders verwoorden. De lezer en de luisteraar moeten dezelfde ervaring hebben.
Schrift is mijn stiel en niet toevallig gaat me dat ook het gemakkelijkst af. Daarin heb ik bovendien heel veel vrijheid: ik kan het hele interview achteraf naar mijn hand zetten. Soms gebeurt het dat we halverwege het interview een heel andere weg inslaan, dan laat ik de helft weg of knip ik het verhaal in tweeën. Vaak stel ik na een enthousiast verhaal nog even de vragen van Arie en volgt er nog een heel verhaal. Soms geeft iemand geen antwoord op mijn vraag of maakt reclame, soms blijft het gesprek heel lang in abstractie hangen en komt het beste concrete voorbeeld pas als we eigenlijk al afscheid aan het nemen zijn. Of zelfs achteraf.
Interviews kun je vastleggen door tijdens het interview zelf aantekeningen te maken of een derde persoon daarvoor te vragen. Nauwkeuriger is het als je het vastlegt op audio. Test dat vooraf even uit, en vooral of het goed te verstaan is als je het afspeelt. Het uitschrijven daarvan vind ik echter geen leuke klus en het kost veel tijd. Daar zijn gratis en betaalde programma’s voor, maar die moet je heel grondig nakijken, vooral als er vaktermen in het gesprek voorkomen. Liever laat ik het dan tegen betaling uitwerken door Transcriptie online. Natuurlijk moet je het dan ook een keer nakijken, maar dan staat het er voor 99% goed en hoef je alleen nog maar te redigeren.
Aarzel niet om zelf structuur in het verhaal aan te brengen, bijvoorbeeld door de context te beschrijven of de volgorde aan te passen. Leidt het interview in met een korte introductie van de geïnterviewde. Tijdens een interview, als iemand lekker in het verhaal zit en lekker doorpraat, wil je diegene niet graag onderbreken. Houd wel bij of alle elementen van Arie voorbij zijn gekomen of neem dat samen tijdens het interview (aan het eind) door.
Ik schrap alle aarzelingen (eh) en stopwoorden (dus, eigenlijk, tja, om het zo maar te zeggen), corrigeer dubbele ontkenningen (omdat sprekers daar zo vaak fouten in maken, dat ze niet zelden precies het omgekeerde zeggen van wat ze bedoelen) en pas de grammatica aan aan de stijl van de rest van de website. Dan is nog niet elke zin daarna grammaticaal perfect, maar het leest wel lekker.
Als je het interview alleen op schrift presenteert, kun je ook je eigen terminologie gebruiken, zeker als je bepaalde termen eerder met je doelgroep hebt gedeeld. Omgekeerd kun je ook vaktermen van de geïnterviewde uitleggen aan je lezers, bijvoorbeld tussen haakjes met je eigen initialen erachter (initialen zijn de eerste letters van je naam, CDvW) om aan te geven dat je het later hebt toegevoegd.
De geïnterviewde mag het artikel één keer nalezen op onjuistheden. Om misverstanden te voorkomen zeg ik dat altijd vooraf. Ook geef ik altijd de mogelijkheid om tekst te schrappen die ze bij nader inzien toch liever niet in het artikel hebben. Dat is niet journalistiek, maar wel klantvriendelijk. Journalisten willen juist graag een slip of the tongue in het interview. Zij stellen kritische vragen en hebben er geen belang bij om de geïnterviewde in een positief daglicht te stellen. Journalisten zoeken de waarheid, en soms is die waarheid de geïnterviewde niet welgevallig. Des te aantrekkelijker voor de lezers.
Maar dat geldt niet voor ondernemers met hun klanten, en al helemaal niet potentiële klanten. Voor zakelijke bloggers, zoals jij en ik, vallen geïnterviewde en publiek samen. Dat maakt het voor je publiek gemakkelijker om zich te identificeren met je ‘held’, en voor je samenwerking met de geïnterviewde gemakkelijker om af te stemmen. Jullie willen beiden dat de geïnterviewde goed uit de verf komt.
Na één mogelijkheid tot reageren plaats je het artikel, al dan niet geredigeerd door je redacteur. Stuur het artikel dan niet nog een keer terug naar de geïnterviewde, want daarmee loop je het risico dat die met nieuwe opmerkingen komt. Dat is mij één keer overkomen, waarbij de geïnterviewde bovendien mijn tekst (foutief) corrigeerde en zichzelf tegensprak. Zo blijf je eindeloos bezig en het artikel wordt er niet beter op.
Laat nooit jouw tekst redigeren door de geïnterviewde. Ten eerste is het jouw tekst voor jouw platform (je blog) en die moet jouw toon weergeven, zelfs als je een ander aan het woord laat. Mocht redactie nodig zijn, dan laat je dat aan een professional over, die er meteen voor zorgt dat de toon op je hele website consequent is. De geïnterviewde mag echt alleen iets over de inhoud zeggen en dat ook maar één keer. Nogmaals, het is in jullie beider belang dat jullie er beiden goed in naar voren komen, dus dat kan het probleem niet zijn. Maar het is jouw tekst.
Kom je er echt niet uit, plaats het artikel dan niet. Mijn laatste interview dat ik niet plaatste was met een briljante e-mailmarketeer. In het eerste gesprek bleef het te abstract waardoor de waarde voor mijn doelgroep niet uit de verf kwam – mijn fout, ik had het onvoldoende voorbereid. Ter verdediging: meestal lopen deze interviews vanzelf, inclusief waardevolle tips en anekdotes.
Daarna schreven we wat heen en weer, we konden er paar goede tips voor mijn doelgroep aan toevoegen, maar toen vroeg hij me nog even te wachten, omdat zijn eigen website nog niet in de lucht was. Bovendien heeft hij eigenlijk geen behoefte aan meer klanten, dus voor hem zat er geen voordeel aan. Door mijn magere voorbereiding was het ook geen lekker verhaal geworden, maar een beetje los zand, waardoor het artikel van de plank is afgevallen, het ronde archief in.
De rauwe werkelijkheid, de kwetsbaarheid van jullie beiden, de dingen die (eerst) mis liepen, alles wat juist niet volgens het boekje ging en de tegenslagen maken niet alleen je verhaal overtuigender, maar ook jullie beiden toegankelijker en het geheel krachtiger.
Zo had ik enthousiast een artikel geschreven over mijn ervaringen op LinkedIn met het doel het voortaan anders te doen. Maar toen ik het uitwerkte tot een artikel, bleek bij narekenen dat mijn nieuwe strategie niet beter was dan de oude. Dat staat dus ook in mijn artikel.
Zowel in gesproken tekst als in geschreven tekst mag je knippen. Dat kun je doen voor zowel de geïnterviewde als voor jezelf. Schrap in elk geval alles wat op reclame lijkt. Als geïnterviewde een bestaande enthousiaste klant van je is, kan het gebeuren dat die jou helemaal gaat ophemelen. Daar heeft niemand iets aan. Als je dat niet direct in het interview de kop kunt indrukken, kun je het er in elk geval nog uitknippen. Hetzelfde geldt voor reclame voor zichzelf. Het komt vaak hijgerig over en daarmee zet je de geïnterviewde niet in het zonnetje.
Wel kun je overwegen om een aanbod te laten doen, als er een overlap bestaat tussen jullie doepgroepen. Als ik bijvoorbeeld een fotograaf zou interviewen en die heeft een actie, kan ik in mijn blogartikel naar die actie verwijzen, prominent of met een subtiel linkje. Doe dit alleen als het bij jou past. Let wel, het interview komt op jouw website te staan, dus het moet in jouw voordeel werken.
Wil je persoonlijk advies voor een interview op jouw blog of zelf een keer geïnterviewd worden?
‘Woorden doen geen pijn,’ werd ik afgewimpeld toen ik bij de meester klaagde dat ik…
Hoe rol jij de rode loper uit voor je doelgroep? Geleid ze stap voor stap…
Als klein bureau of zzp’er heb je een enorme voorsprong op grote bedrijven: je bént…
Hoe kun je vertellen hoe belangrijk jouw boodschap is? In elk geval niet door te…
Een roodgloeiende telefoon, een volle agenda en een gestage inkomstenstroom. Dat is uiteindelijk wat je…
Ben jij bescheiden? Vind jij anderen belangrijker dan jezelf? Pas jij je gemakkelijk aan? Dat…
Bekijk reacties
Dank. Dit artikel brengt structuur in mijn todo lijst. PFFT nog zoveel te doen.....Wel komt dit bericht binnen in tegenstelling tot die van je collega`s niet in de IN box maar in de RECLAME box en die bekijk ik minder.
Beste Rob, dankjewel en veel succes met je structuur.
De meeste mailprogramma's hebben de mogelijkheid om op afzender te selecteren; als je mijn mailadres opslaat als 'veilig' of 'bekend', kom ik weer gewoon in je inbox.