Je moet zichtbaar zijn waar je doelgroep zit en iedereen zit op social media. De truc is om ze van social media naar jouw website te halen. Als je blog op je website staat, hoe komt je doelgroep daar dan terecht? In het artikel over de beste plaats voor je blog noemde ik social media verschillende keren in positieve en negatieve zin. Zet social media in voor je blog en je hebt er alle voordelen van, zonder de nadelen.
Leestijd: 12 minuten
“Hoe bouwen we een strategie op?”
Een strategie op social media begint met je doel. Voor de meeste adviesbureaus is dat zoiets als ‘X mensen uit je doelgroep die op je website komen en contact met je opnemen voor een kennismaking’. Dat kun je meten met Google Analytics, bijvoorbeeld via de plug-in voor WordPress Google Analytics van ShareThis. Je kunt tot op het uur nauwkeurig zien hoeveel keer iemand van een specifiek kanaal op je website is gekomen. Ga daarvoor naar Acquisitie/Alle verkeer/Kanalen, en klik dan op Social.
Als je actiever bent op social media, gaan mensen je daar meer liken en volgen (zie je bedrijfspagina op LinkedIn, Facebook en Twitter). Dat heeft effect op bijvoorbeeld het aantal keer dat je contactpagina bezocht is (op Google Analytics: Gedrag/Site-content/Alle pagina’s). Vervolgens zullen meer mensen contact met je bureau opnemen (vraag je collega’s of de receptie om het bij te houden) voor een kennismaking (vraag je accountmanagers). De relatie tussen deze cijfers is afhankelijk van hoe goed je het doet.
“Heb je handvatten voor social media? Hoe krijgen we daar engagement?”
Maak de stappen zo klein mogelijk. Je kunt mensen op social media aan je binden door er reacties te vragen, mee te doen met challenges of persoonlijke berichten te posten met humaninterestverhalen. Dan gaan ze eerder naar je website. Je kunt mensen verleiden om bij het eerste bezoek op je website zich in te schrijven voor je mailing, bijvoorbeeld met een e-book of whitepaper in ruil voor hun e-mailadres. Dan komen ze terug om je artikelen te lezen en zo bouw je langzaam vertrouwen op.
Reacties krijg je als je vragen stelt, waarop mensen direct een antwoord klaar hebben. Hoe polariserender de vraag, hoe meer antwoorden je krijgt; denk 010 versus 020, Pepsi tegen Coca Cola, of het zwart-blauwe versus het wit-gouden jurkje. Een hele discussie onder je bericht betekent engagement. Verontwaardiging gaat gemakkelijker viral. Waarschuwing: een bericht dat viral gaat, leidt een eigen leven. Wat gaat het doen voor je bureau? Zie de vraag over strategie. Dus stuur niet zonder meer aan op verontwaardiging.
“Hoe krijg ik de meeste likes, zodat mijn bericht relevant wordt?”
Er zijn marketeers, officemanagers en consultants belast met communicatie online die zich focussen op de cijfers, de KPI’s en de likes. Maar wat bereik je ermee?
Je hebt helemaal niets aan 15.000 likes op je Facebookpagina of volgers op je LinkedInbedrijfspagina, als dat niemand naar je website brengt die contact opneemt voor een kennismaking. De vraagsteller zei, dat het hem niet speciaal om de likes gaat, maar dat hij zelf niets leest wat geen likes heeft. Maar er is voldoende onderzoek dat aantoont dat mensen klikken op wat hen raakt. Zorg dus dat de titels prikkelend zijn voor je doelgroep, ondersteun het met beeld en stel een vraag.
“Hoe zorgen we dat we met delen van andere berichten de concurrent niet promoten?”
Social media vraagt sociaal gebruik. Ik zie veel bureaus interessante berichten van andere bureaus delen. Dat is sociaal. Als jij jezelf niet onderscheidt, maak je daarmee reclame voor anderen. Het levert ook sympathie op van dat andere bureau en je volgers. Probeer zelf uit hoeveel dat oplevert in de vorm van accountgesprekken.
Gebruik het kanaal in elk geval voor je eigen berichten met een link naar je website. Als je berichten deelt, deel ze dan van je doelgroep. Dat is minder informatief voor je doelgroep, al zal die vast willen weten wat anderen in de branche doen, maar wel heel sympathiek. Het leidt er soms toe dat het bedrijf van het gedeelde bericht je gaat volgen. Zorg alleen al daarom voor heel goede informatie op je bedrijfspagina.
Verder zijn er groepen op Facebook en LinkedIn waar je kunt reageren met waardevolle adviezen of die je kunt leiden. Een succesvolle groep op Facebook is bijvoorbeeld Durf te vragen WordPress. Hier stellen de gebruikers van WordPress vragen die de beheerder beantwoordt, maar soms ook andere gebruikers. De beheerder van de groep komt echter over als de meest deskundige. Niet zelden leidt dit tot een advies via DM (direct mail) en vaak betaald. Daarbij geeft de groep een goed overzicht waar vragen over WordPress over gaan.
“Hoe zorgen we dat ze vanaf de website delen en niet alleen op social media?”
Als je wilt dat het artikel op je website gedeeld wordt, moet je zorgen dat mensen op je website komen. Een veel gedeeld artikel op social media met een korte, prikkelende inleiding en een link naar je website kan daarvoor zorgen. Als het veel op social media gedeeld wordt met die link, komen geïnteresseerde mensen toch wel op je site. Daarnaast zorgt een mailing met een korte inleiding en een link ook voor een piek in je websitebezoek.
Wil je meer likes en reacties op je website, bied dan iets aan, bijvoorbeeld een checklist, een scan of een whitepaper. Ook CEO’s zijn mensen en gevoelig voor cadeaus en dat hoeven echt niet altijd VIP-plaatsen of buitenhuisjes te zijn. Zorg dat die digitaal beschikbaar zijn en dat je ze alleen maar hoeft te mailen. Of automatiseer het zelfs, zodat het geen extra tijd kost als het een groot succes wordt.
Plaats bovendien op je website knoppen met een plug-in. Daarmee kunnen je websitebezoekers de pagina’s en artikelen delen op hun eigen social media. Ook als je zelf er niet actief bent als bureau, maar een websitebezoeker wel. Zij kunnen je artikel bijvoorbeeld op Snapchat delen. Zo bereik je weer nieuwe kringen van je doelgroep.
“Hoe zetten we social media in? Twitter en Facebook levert onvoldoende op omdat we business-to-business werken.”
Kies om te beginnen de kanalen waar je doelgroep actief is. Dat weet je natuurlijk alleen als je het vraagt. Laat iedereen van je bureau met klantcontact dat een maand lang vragen aan iedereen uit je doelgroep die ze spreken, ook privé. De grens tussen privé en werk vervaagt; als mensen iets zien op Facebook dat hen beroepsmatig interesseert, zullen ze dat niet negeren omdat ze toevallig niet aan het werk zijn op dat moment. Op een verjaardag kun je ook een heel goed gesprek hebben over je werk.
“Hoe maken we een keus uit de enorme hoeveelheid aan kanalen?”
Eigenlijk zijn er maar een paar kanalen interessant: Facebook omdat vrijwel iedereen daarop zit en LinkedIn omdat het hét zakelijke netwerk is. Twitter dreigde minder interessant te worden, totdat Trump aan de macht kwam. Het is eenvoudig om met een automatisch programma je blogartikelen te delen op meer kanalen tegelijk. Verandert er iets, komt er bijvoorbeeld een nieuw zakelijk platform op, dan voeg je dat eenvoudig toe aan het rijtje.
“Zet je alles in op één of twee kanalen en hoe verschuif je dat dan straks weer naar een ander kanaal?”
Als je zorgt dat je relevante informatie op je website en je blog staat, dan maakt het niet uit waar je post. Je bent heel flexibel; vandaag is het LinkedIn, morgen Instagram. Beeldmateriaal had je toch al nodig. Natuurlijk zijn er andere accenten per kanaal, maar het gaat om jouw boodschap.
“Heel commerciële teksten doen het beter dan genuanceerde verhalen, hoe vinden we de balans?”
Heel kort: deel je kennis en ervaringen op een manier die bij je past. De beste vorm is niet wat de meeste likes oplevert, maar wat de meeste klanten op lange termijn oplevert. Klanten voor projecten die passen bij de missie van je bureau.
“Een post met een link naar de website doet het minder goed dan één waar alles al in staat, wat is wijsheid?”
Voor het geval dat nog niet uit bovenstaande is gebleken: een post zonder link naar je website, brengt mensen niet naar je website. Het doel van social media is om mensen naar je website te brengen. Naamsbekendheid levert ook vertrouwen, maar veel langzamer. Natuurlijk kun je beide doen, als je voldoende content hebt. Twijfel je heel erg, plaats dan een maand lang berichten zonder link en berichten mét. Kijken wat de meeste hits op je site oplevert.
Je kunt bijvoorbeeld artikelen op LinkedIn plaatsen. Nu staat er gewoon ‘write an article’, direct bovenaan de homepage van LinkedIn. Dit werkt alleen als je profiel op ‘Engels’ staat, onafhankelijk of je zelf in het Engels schrijft of niet. Dit levert bij mij veel minder hits op mijn site op dan een korte inleiding met een link. Maar sommige klanten van mij zijn heel actief op LinkedIn en dan werkt het beter.
Waar delen?
Het handige van artikelen op je website is, dat je superflexibel bent bij een veranderend social landschap; je plaatst dezelfde links gewoon elders.
Plaats je berichten niet klakkeloos op alle media. Kies de platforms waar je doelgroep zit en die past bij je boodschap. Dat hoeft niet de nieuwste te zijn en je hoeft er niet weg als wereldwijd het aantal gebruikers daalt. Nog steeds zitten de meeste mensen op LinkedIn, Twitter en Facebook.
Wijs Facebook niet te gauw af, jongeren trekken er weg, maar mogelijk zit je doelgroep er. Zelfs als ze er alleen in hun vrije tijd zitten, kan een zakelijke boodschap aankomen. Op verjaardagen praten veel mensen immers ook over hun werk. Het zal je hobby maar zijn.
Vergeet ook Google Mijn Bedrijf niet. Of je het leuk vindt of niet, deze monopolist wordt steeds belangrijker.
Hoe delen?
WordPress biedt verschillende plug-ins met knoppen om je bericht of pagina te delen. Vertel je lezers ook nog eens dat die knoppen er zitten en hoe ze werken. Gebruik ze zelf ook om het artikel op je eigen pagina’s te delen.
Sommige knoppen zijn niet te vinden voor blinden en slechtzienden. Check dit als je wilt dat je website voor iedereen toegankelijk is. Dank voor je feedback, Ellen.
Als je wilt dat je lezers je artikel delen, vraag dat dan in je call to action. Beter nog, draag het op en gebruik de gebiedende wijs. Als je wilt dat ze het bijvoorbeeld vooral op LinkedIn delen, zorg dan ook dat er een knop staat om het op LinkedIn te delen.
Hoe vaak?
Het verschilt per platform hoe vaak je een blog kunt posten. Op Twitter kun je elk uur posten, maar minstens eens per dag, Facebook eens per dag maar minstens eens per week en LinkedIn iets minder vaak, maar niet veel.
Zoveel blogartikelen schrijf je nu ook weer niet. Rouleer ze dan. Hoe meer artikelen je hebt, hoe beter natuurlijk, want als je volgers elke week dezelfde vijftien berichten voorbij zien komen, zullen ze je gauw ontvolgen.
Af en toe deel je ook pagina’s of roep je op tot inschrijven op je nieuwsbrief. Omdat ik liever heb dat ze mijn nieuwsbrief volgen dan mijn social media, zorg ik dat nieuwsbrieven mijn blogartikelen delen voordat ik ze op social media deel. Nieuwsbriefvolgers kan ik namelijk zelf beter volgen en ze klikken vaker naar mijn site.
Zorg daarom ook dat je met enige regelmaat je blogartikelen actualiseert. Ook als je over onderwerpen schrijft die tijdloos lijken, zullen er nieuwe inzichten ontstaan binnen en buiten je bureau, zullen je voorbeelden verouderen of de bedrijven waar je over schrijft failliet gaan.
Welke inleidende tekst gebruik je?
Je plaatst dus niet je hele blog op social media, want dat staat al op je website. De klik om het hele verhaal te lezen is een even hoge drempel als de klik naar je site. Zorg dus voor een korte inleidende tekst die in zijn geheel te zien is in je post. Voor Twitter is dat misschien nog wat korter. Plaats daar de link achter.
Voor je zoekmachineoptimalisatie maak je toch al een metatekst met het zoekwoord: de samenvatting die Google laat zien in het overzicht van gevonden pagina’s. Die tekst kun je ook gebruiken voor de begeleidende tekst op social media. In elk geval moet de tekst nieuwsgierig maken, je doelgroep aanspreken en een belofte in zich dragen dat je een oplossing biedt. Uiteraard moet je die belofte waarmaken in het artikel zelf, anders verlies je je geloofwaardigheid en het vertrouwen van je lezer.
Beeld
Voeg altijd een beeld toe, omdat posts op social media met beeld gewoon beter opgemerkt worden, meer likes en reacties krijgen en vaker gedeeld worden. Beelden moeten goed zijn: bij voorkeur passen ze in je huisstijl en uiteraard zijn ze legaal.
Zorg ook dat je de deelknoppen voor social media zó instelt, dat je er de gewenste tekst en afbeelding mee deelt. Let op dat verschillende platforms verschillende afmetingen voor je beelden gebruiken. Daarmee knippen ze al gauw een hoofd of ander essentieel onderdeel af.
Let er ten slotte op dat je afbeelding als uitgelichte afbeelding elders op je website of in de zoekresultaten van je site goed staat. Kies er desnoods een aparte afbeelding voor met de juiste verhoudingen.
Idealiter laat je je fotograaf foto’s maken met met veel ruimte rond het onderwerp, zodat je zelf kunt knippen. Let op: ook hier heeft de fotograaf iets over te zeggen. Of laat foto’s maken met verschillende afmetingen voor verschillende toepassingen, liggend en staand.
Bedrijfsprofiel
Maak een bedrijfsprofiel aan en regel meteen een achtervang, zodat je met twee of meer mensen erop kunt posten. Ook als ze zelfstandige bent zijn daar mensen voor te regelen. Je kunt dan op vakantie zonder zorgen, maar je kunt ook om minder prettige redenen misschien ineens niet meer bij je account.
Zorg voor een look & feel in je huisstijl. Stimuleer al je medewerkers om berichten van het bedrijfsprofiel te delen. Vergeet de officemanagers niet. Niet zelden zijn zij het meest actief op social media. Tag klanten waar relevant en vraag ze in een persoonlijke boodschap ook of ze je artikelen willen delen.
Pas je aan
Bezoek de platforms uitgebreid voordat je er zelf iets gaat posten, leer eerst wat de ongeschreven regels zijn en wat de toon is waarop men met elkaar communiceert. Het is net als een gesprek: je maakt niet veel kans als je een lopend gesprek binnenvalt met reclame voor jouw product. Je luistert eerst, dan introduceer je jezelf beleefd en dan draag je iets bij aan de discussie. Alleen als je aansluiting vindt en iemand specifiek in jou geïnteresseerd is, geef je je visitekaartje. Precies zo werkt het op internet.
Pas de boodschap dus ook aan aan de taal en sfeer van het medium. Instagram vereist beeld met hashtags en ontbeert klikbare links, Facebook vraagt een wat persoonlijker benadering, Twitter heeft ruimte voor veel berichten per dag en op LinkedIn passen zakelijke boodschappen, de laatste tijd steeds meer met een persoonlijk verhaal.
Te veel werk? Beter één medium goed dan tien half. Een slapend profiel is ook geen aanbeveling voor je bedrijf.
Wees sociaal
Volg ook wat je klanten doen. Zorg dat je posts in evenwicht zijn met je aandacht voor de posts van anderen, dat wil zeggen dat je minstens op drie posts van anderen reageert tegenover het plaatsen van één van jezelf. Liken is minder waard dan reageren en delen is het meest waard.
Denk daarbij ook aan je potentiële klanten, aanpalende bedrijfstakken waar je doelgroep in geïnteresseerd is, de toppers op je vakgebied, bedrijven en mensen die goed zijn voor je imago en mensen die je mogelijk aan een opdracht kunnen helpen bij anderen – de betere netwerkers. Ik sluit niet uit dat je daar nog heel waardevolle informatie uit haalt.
Wat is nú interessant op social media?
Haak in op wat er op dit moment trending is op social media of gewoon algemeen in het nieuws. Daarvoor kun je ook een link naar een oud blogartikel plaatsen als dat net relevant is. Ik heb in 2012 een toekomstverkenning gemaakt met Charlotte Rosalie voor het ministerie van Sociale Zaken. Eén van de scenario’s was dat er ineens heel veel vluchtelingen naar Nederland zouden komen, met alle polariserende effecten in de samenleving vandien. Op verschillende social media heb ik de link naar dat stuk opnieuw gepost toen vluchtelingenstromen daadwerkelijk op gang kwamen en kreeg daar veel reacties op.
Omgekeerd kun je een nieuwsbericht aangrijpen om er jouw visie op te geven. Begeleid je fusies en is er nieuws over een fusie van twee grote bedrijven? Deel het nieuwsartikel en zet er een korte reactie bij. Zijn er belangwekkende ontwikkelingen in je vakgebied? Deel daar een artikel over met jouw insteek. Zie je een mooie metafoor in een politieke ontwikkeling? Koppel die aan je expertise in een kort bericht.
Automatiseren?
Er zijn eindeloos veel apps en programma’s waarmee je het posten op diverse social media kunt plannen. Facebook geeft in Facebook geplande berichten voorrang en mogelijk doet Twitter dat ook met in Tweetdeck geplaatste berichten. Maar in LinkedIn kun je niets plannen. Ik heb slechte ervaring met externe planningsprogramma’s.
Ten eerste omdat je gemakkelijk exact hetzelfde bericht plaatst op alle platforms, terwijl elk zijn eigen taal heeft. Bovendien komen uitgelichte afbeeldingen niet altijd goed door. Zelf besteed ik twee keer per week een paar minuten om ‘live’ berichten te plaatsen.
Zelf doen of niet?
Je kunt het natuurlijk ook uitbesteden. Ik doe het graag voor je. Maar een persoonlijke interactie met je klanten en andere relaties kun je toch echt het beste zelf doen vanuit je persoonlijke profiel. Een platform waar je zelf echt niets mee hebt is daarom minder geschikt. Alleen maar posts van je bedrijf naar je blog leveren in mijn ervaring weinig op.
Deel dit artikel
Omdat ik zelf ook graag mijn artikelen deel op social media, plaats ik hieronder de knoppen. Ik stel het erg op prijs als je dit artikel deelt op jouw tijdlijn. Deel het nu met de knoppen hieronder.