“Schrijf spreektaal!” zeggen veel schrijfcoaches die je beloven dat je in een week je boek kunt schrijven. Niet doen, zeg ik.
Ik praat moeilijk (voor een groep) en ik schrijf gemakkelijk. Dus toen ik doodsangsten uitstond bij het idee om een presentatie te geven, schreef ik de hele tekst uit en las ik die voor. Het werkte in die zin dat ik niets vergat te zeggen en in keurige volzinnen sprak. Maar het werkte natuurlijk voor geen meter, want mijn verhaal was onbezield en houterig.
Net zo min komt uitgeschreven spreektaal over op schrift. Probeer maar eens een willekeurig stuk gesproken tekst uit te schrijven, zelfs van geroutineerde sprekers. Ook een goede ondertiteling bevat niet de letterlijk uitgesproken tekst. Dus schrijf niet je succesvolle podcast uit, want het wordt geen succesvol blogartikel.
Leestijd 5 minuten
Als je moeilijk schrijft en gemakkelijk praat klinkt het zo aantrekkelijk: schrijf spreektaal. Je kunt je blogartikel gewoon inspreken en het door de dicteerfunctie laten uitschrijven. In dit artikel geef ik je de redenen waarom je dat niet moet doen. Maar je krijgt ook tips om gesproken tekst toch als basis te gebruiken voor een verhaal op schrift.
Al sprekende hakt iedereen zinnen halverwege af, herhaalt hele stukken, zoekt naar woorden, maakt kromme zinnen, hapert en drukt zich niet exact uit. Zelfs heel goede sprekers. Dat geeft niet, want in een gesprek kun je jezelf gemakkelijk corrigeren. Maar op schrift ziet dat er ineens uit als gehakkel.
Gesproken teksten bestaan vaak uit lange zinnen met veel tussenzinnen. Mensen breien hele verhalen tot één zin. Dat geeft niet, want in gesproken taal herhaal je bijvoorbeeld gemakkelijk het gezegde nog een keer. Maar op schrift zijn lange zinnen lastiger te lezen, vooral met tussenzinnen.
Je kunt woorden slordig uitspreken zonder dat iemand zich daaraan stoort, zoals ‘me moeder’ of ‘vranwoorluk’. Op schrift schrijf je netjes ‘mijn moeder’ en ‘verantwoordelijk’. Zelfs in streekromans staat slechts een enkel woord in het betreffende accent van de streek, omdat het anders de lezer domweg irriteert. Ook stoort het veel minder als iemand zegt dat die ‘zich irriteert’, dan wanneer dit geschreven is. Er mag gewoon meer in spreektaal.
Van wie mag dat? Van de luisteraar. En dus niet van de lezer. Een klein onderzoek van mijzelf bevestigde opnieuw veel grote onderzoeken: mensen storen zich aan fout taalgebruik op schrift, al zeggen ze daar vaak niets van en lezen ze door. Ze trekken in hun achterhoofd toch een puntje af van de intelligentie en waarde van de schrijver. Op zijn minst worden ze even afgeleid van je boodschap.
De intonatie van je stem helpt enorm om je boodschap over te brengen. Als je iemand ook nog ziet, heb je nog meer informatie. Al die informatie ontbreekt op schrift.
Mocht iemand je toch niet begrijpen of verkeerd begrijpen, dan kun je dat in een gesprek snel recht zetten. Je ziet aan iemands blik of je te lang uitweidt, of dat die het niet begrijpt. Anders zegt die er zelf wel wat van.
Op schrift is het altijd eenrichtingverkeer. Zelfs in een app of mail heb je sneller misverstanden omdat er net te veel tijd zit tussen de tekst van de één en van de ander. Ook kan iemand zich gemakkelijker uit de chat terugtrekken, wat je altijd te laat merkt.
Omdat een lezer altijd zelf het tempo bepaalt, kan die blijven hangen bij een stuk tekst. Dat geeft enerzijds de kans om bij een tweede lezing iets beter te begrijpen, maar anderzijds om zich te ergeren aan een foute of pijnlijke uitdrukking. Luisteraars en kijkers worden meegesleept door het tempo van het gesprek. Zij spoelen zelden terug.
Sommige woorden komen op schrift harder over dan in spreektaal. Natuurlijk kan het je doel zijn om te confronteren, maar zelfs dan werkt bijvoorbeeld een vloek anders in je blog dan in je podcast. Floept er een vloek uit, dan kun je dat mondeling corrigeren door een woord of gebaar. Staat het eenmaal op schrift, dan is het moeilijker weg te poetsen. Het staat, zoals ze zeggen, zwart op wit.
In een goed gesprek gebeurt het regelmatig: “Waar hadden we het ook alweer over?” In een gesprek kom je al gauw van het ene op het andere onderwerp. Een goed interviewer houdt je op het rechte pad, maar dan nog dwaal je gauw af. Soms in een bijzin, waardoor je grammaticaal helemaal de weg kwijt raakt, maar dat geeft niet. Niet in gesproken taal. Op schrift dwaalt de lezer met jou mee af en moet je je eigen interviewer zijn.
Je kunt met intonatie, gezichtsuitdrukkingen, gebaren en herhaling op een podium spontaan een verhaal vertellen dat je publiek in het hart raakt. Maar schrijf je dat woordelijk uit, dan is het ineens een chaotisch geheel dat helemaal niet overkomt.
Veel mensen spreken gemakkelijk, maar ervaren een drempel als ze iets moeten opschrijven. Sommigen hebben zelfs publiek nodig om hun verhaal te vertellen. Als je schrijven dan ook nog lastig vindt, mis je die flow die je op een podium hebt en veel verhalen komen dan gemankeerd op schrift terecht.
Bijna alle communicatie wordt steeds minder formeel. Toch hebben veel mensen de neiging om ineens heel formele taal te gebruiken als ze iets moeten opschrijven. Ze gebruiken dan ineens formuleringen als ‘kenbaar maken’ of woorden als ‘ambiëren’. Woorden die ze nooit zouden uitspreken. Ze hebben het idee dat het er nu ineens op aankomt. Zwart op wit geeft gewicht aan tekst.
Behalve dat formele taal afstand schept tot de lezer, is die ook moeilijker te begrijpen. Daar komt bij dat niet iedereen die moeilijke woorden correct toepast. Maar zelfs als ze dat wel doen, komen ingewikkelde teksten dom over. Ja echt.
Dat is vaak de belangrijkste reden waarom schrijfcoaches zeggen dat je in spreektaal moet schrijven.
Als je schrijven lastig vindt, kun je je verhaal inspreken. Daarna kun je het zelf uitschrijven of laten uitschrijven, bijvoorbeeld door een app of een transcriptiedienst. Daarvoor geef ik je vier handvatten.
Om je verhaal toch enige structuur te geven, geef je antwoord op Arie’s vragen. Of je het nou inspreekt of schrijft, of je over je vakantie vertelt of je nieuwste product, deze elementen zijn noodzakelijk voor elk verhaal:
Schrap onnodige herhalingen, corrigeer de spelling en maak de zinnen grammaticaal juist. Daarin is heel veel vrijheid: natuurlijk kun je bijvoorbeeld een zin van één woord gebruiken of het onderwerp weglaten. Maar alleen als dat je boodschap kracht bij zet en niet uit slordigheid.
Vraag iemand uit je doelgroep feedback te geven op de uitgeschreven tekst. Het gaat erom dat je verhaal duidelijk is en prettig overkomt.
Leg het weg. Hoe langer de tekst, hoe langer je het weglegt. Een blog heeft aan een nacht marineren genoeg. Print het uit, liefst in een ander lettertype dan op het scherm. Ga ergens anders zitten dan achter je computer en lees het hardop. Pas aan met pen of potlood en dán pas digitaal. Nu is je tekst geschikt om op je blog te zetten.
Of je spreker of schrijver bent, voor alle antwoorden over blogteksten:
‘Woorden doen geen pijn,’ werd ik afgewimpeld toen ik bij de meester klaagde dat ik…
Hoe rol jij de rode loper uit voor je doelgroep? Geleid ze stap voor stap…
Als klein bureau of zzp’er heb je een enorme voorsprong op grote bedrijven: je bént…
Hoe kun je vertellen hoe belangrijk jouw boodschap is? In elk geval niet door te…
Een roodgloeiende telefoon, een volle agenda en een gestage inkomstenstroom. Dat is uiteindelijk wat je…
Ben jij bescheiden? Vind jij anderen belangrijker dan jezelf? Pas jij je gemakkelijk aan? Dat…