Ik vind inclusief schrijven belangrijk omdat het leidt tot diversiteit en diversiteit leidt tot bredere, succesvollere oplossingen, evenwichtigere beslissingen en een betere maatschappij. Bovendien wil je met je tekst niemand van je doelgroep uitsluiten, want daarmee sluit je potentiële klanten of kandidaten uit. Maar je bent geneigd om je een voorstelling van je doelgroep te maken die erg op jou lijkt, dat is nou eenmaal menselijk. Dus hoe schrijf je inclusief?
Leestijd: ruim 4 minuten
Neem opleiding: hoog opgeleid is beter dan laag opgeleid, toch? Totdat je een goede elektricien nodig hebt. Daarom is het inclusiever om te spreken van praktische en theoretische opleidingen. Diverse bouwbedrijven hangen trots een bord op met deze tekst: ‘Niet ieder kind wordt later arts of advocaat. Leer kinderen dat het oké is om met je handen te werken en toffe dingen te bouwen.’
Op LinkedIn zag ik daar een pittige reactie op – de tekst zet mensen met een praktische opleiding nog steeds weg, al is het dan ‘oké’ om ‘met je handen te werken’. De tekst maakt een slachtoffer van de praktisch opgeleiden. Dus toch niet zo inclusief als het lijkt.
Je snapt pas hoe denigrerend de tekst kan overkomen als je die omdraait: ‘Niet ieder kind wordt later bouwvakker of elektricien. Leer kinderen dat het oké is om advocaat te worden of arts.’
Het aardige is, dat deze tekst de lezer betrapt op een vooroordeel en tegelijk grappig is. Ik denk ook aan mensen die uit de kast komen met dat ze hetero zijn en de satirische site De Speld die mannelijke ministers vraagt hoe ze dat ‘met de kinderen gaan combineren’ – recent zelfs over genomen door serieuze media.
Dus mijn tip is: als je iets zegt over een groep, draai hun rol dan om met die van de groep die niet voor de hand ligt. Als het niet grappig is, legt het in elk geval vooroordelen bloot.
Alweer een nieuw woord voor een minderheid, alweer een kanttekening bij een traditie en alweer aandacht voor een marginale feestdag. Mag je dan niets meer zeggen?
Voor de duidelijkheid: uitsluiting is altijd al kwetsend geweest, ook toen het nog maatschappelijk geaccepteerd werd. Recent wordt pas zichtbaar op hoeveel manieren verschillende groepen steeds worden buitengesloten. Dat is vooral pijnlijk voor de mensen die steeds worden buitengesloten.
De manier waarop politici elkaar en anderen bejegenen, de bedreigingen die mensen op social media en daarbuiten naar hun hoofd krijgen, de rotopmerkingen en de scheldkanonnades die er altijd al zijn geweest: woorden doen ertoe.
En hoe woorden niet alleen mensen kapot kunnen maken, maar ook vele banen en vele miljoenen kunnen kosten, kun je zien aan het recente nieuws rond The Voice.
Gastarbeider ‘mochten’ we niet meer zeggen, dus het werd ‘allochtoon’ – een wetenschappelijk klinkend woord, dus helemaal neutraal. Tot ook dat een negatieve connotatie kreeg, een lot wat elke nieuwe term voor deze mensen is beschoren. Moet je dan alles bijhouden? Nee, maar met enige interesse de media volgen kan geen kwaad en als het nodig is een groep inclusief te benoemen in een tekst op je website, zou je het woord even kunnen googelen.
En als je zelf deel uitmaakt van die groep? Dan heb je meer recht van spreken. Een vrouw kan zichzelf bij wijze van spreken op Tinder of tegenover vriendinnen ‘een lekker wijf’ noemen, maar dat wil nog niet zeggen dat ze het oké vindt als jij haar zo noemt. Het is grappig als Roel van Velzen zelf iets over zijn lengte zegt, maar als een ander dat doet is het onsmakelijk. Dit valt onder normale sociale vaardigheden.
Een doelgroep is een expliciete keuze en daarmee sluit je per definitie mensen uit. Het zou echter jammer zijn als je mensen niet aanspreekt met je teksten, bijvoorbeeld omdat je weinig mensen van kleur kent, terwijl je toch graag een opdracht van hen zou willen krijgen.
Laaggeletterden vallen bijvoorbeeld buiten mijn doelgroep – ik richt me op mensen die gemakkelijk lezen en schrijven. Dat privilege ben ik mij zeer bewust, wat geleid heeft tot mijn samenwerking met Koos.
Mijn website is niet inclusief voor blinden en slechtzienden – ik heb dat laten onderzoeken en helaas is het te duur voor mij als zzp’er om de website echt goed aan te passen. Hoe dat zit met jouw bedrijf en welk budget daarvoor beschikbaar is mag je zelf afwegen. Wel probeer ik knoppen en beelden een goede alt-tekst te geven. Ook heb ik zwevende deelknoppen aan de zijkant verplaatst naar de onderkant, omdat een blinde volger ze niet kon vinden.
Constateer je dat ik meer groepen uitsluit of onvoldoende insluit? Ik hoor het graag.
Mijn teksten zijn wel genderinclusief (ja dat komt vooral omdat ik zelf vrouw ben – eigen bubbel eerst), en dat geldt ook voor teksten die ik voor mijn klanten redigeer. Als het echt niet anders kan wissel ik ‘hij’ en ‘zij’ af. Ik ben me bewust dat ik non-binaire of a-gender personen in die gevallen uitsluit.
Tenzij je bewust alleen mannen of alleen vrouwen onder je doelgroep schaart, raad ik je aan je teksten zo genderneutraal mogelijk te schrijven.
Voorin een boek of onderaan een tekst zie ik nog wel eens: “Overal waar ‘hij’ staat, mag ook ‘zij’ gelezen worden.” Daarmee blijft echter ‘hij’ de norm. Als vrouw heb ik daar last van: you can’t be what you can’t see. In overheidsteksten zie ik veel ‘hij/zij’ of voluit ‘hij of zij’ staan. Elke keer als je dat leest, struikel je. Het haalt de vaart uit de tekst.
Maar wat dan wel? Heel vaak kun je meervoud gebruiken. Het is een stijlfiguur om enkelvoud te gebruiken om een hele groep aan te duiden, bijvoorbeeld te schrijven ‘je klant’ terwijl elk gezond bedrijf meer dan één klant heeft. Maak er ‘klanten’ van en je hoeft niet te kiezen.
In een voorbeeld gaat het meestal om één persoon tegelijk. In dat geval en in andere situaties waarin meervoud niet mogelijk is, kun je ‘hij’ en ‘zij’ afwisselen. Dat kan per alinea, per hoofdstuk of per artikel. Overweeg om ook ‘die’ te gebruiken, om non-binaire mensen een keer als voorbeeld te gebruiken.
Overigens spreekt een tekst de lezer meer aan als die tekst de lezer, eh, aanspreekt. Dus met u of jij. In dat geval schrijf je ook inclusief. Behalve dat ik mensen uitsluit die me graag vertellen dat ik niet met ze geknikkerd heb, maar ik was altijd al slecht in knikkeren.
Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan, staat in Artikel 1 van de Grondwet. Binnenkort wordt daar waarschijnlijk, als de Eerste Kamer ermee instemt, seksuele gerichtheid en handicap aan toegevoegd. Sluit jij onbedoeld mensen uit?
Wil je dat ik eens vrijblijvend naar je teksten kijk?
‘Woorden doen geen pijn,’ werd ik afgewimpeld toen ik bij de meester klaagde dat ik…
Hoe rol jij de rode loper uit voor je doelgroep? Geleid ze stap voor stap…
Als klein bureau of zzp’er heb je een enorme voorsprong op grote bedrijven: je bént…
Hoe kun je vertellen hoe belangrijk jouw boodschap is? In elk geval niet door te…
Een roodgloeiende telefoon, een volle agenda en een gestage inkomstenstroom. Dat is uiteindelijk wat je…
Ben jij bescheiden? Vind jij anderen belangrijker dan jezelf? Pas jij je gemakkelijk aan? Dat…