Mijn laatste blog van het jaar waarin ik tien jaar ondernemerschap vier draag ik op aan jou als lid van mijn doelgroep. Daarom geef ik opnieuw antwoord op twaalf vragen die mensen uit mijn doelgroep mij veel stellen. Vanaf 30 januari bestaat Cline Communicatie namelijk elf jaar.
Leestijd: 8 minuten, maar je kunt doorklikken naar het antwoord dat jij zoekt. Of neem meteen contact op natuurlijk.
Het is een doorzichtige marketingtruc: “Veel klanten vragen mij…”, vaak gevolgd door een zelfbevlekkende ophemeling van die klanten, zoals “waarom ik toch zo succesvol ben.” De vragen in deze serie hebben klanten mij echt gevraagd, onder andere in mijn onderzoek waarin ruim zestig adviesbureaus ondervroeg. Maar heel eerlijk? De meest gestelde vraag is hoeveel het kost.
Daar geef ik antwoord op, maar eerst op een paar korte vragen die ik kort kan beantwoorden. Klik lekker door op de inhoudsopgave onder het beeld, je hoeft niet te lezen wat je niet interesseert.
Een zakelijk blog gaat over wat jij kan doen voor je klanten en vooral waarmee jij je onderscheidt van al die anderen. En omdat je wilt dat de boodschap overkomt, schrijf je die in de vorm van een verhaal, waarin je doelgroep de held is – niet jijzelf.
Op school leerde ik dat zinnen nooit met ‘ik’ mogen beginnen, dat is onbeleefd. Wetenschappers schrijven altijd in de wij-vorm. Ik mijd het woord ‘wij’.
Als je wilt vertellen hoe jij je onderscheidt als bureau, dan werkt dat het meest overtuigend als je dat vanuit jezelf vertelt. Werken er verschillende adviseurs in je bureau of werk je met anderen samen, laat dan elk van hen bloggen vanuit hun eigen ervaring. Natuurlijk mag dat ook in de vorm van een video, podcast of interview. In de ik-vorm dus.
Één maar: zo lang je maar duidelijk maakt dat het over de lezer gaat, de held van je verhaal: een vertegenwoordiger van je doelgroep.
Nee. Je schrijft geen zakelijke teksten voor kinderen. En ga alsjeblieft ook niet ‘door de knieën’, want niemand wordt graag betutteld. Schrijf voor je doelgroep. Hoe scherper je een vertegenwoordiger van je doelgroep in je hoofd hebt, hoe beter. Zet bijvoorbeeld een foto van je ideale klant naast je laptop.
Vaktaal of jargon is heel nuttig als je doelgroep weet waar je het over hebt. Zo ken ik een industrieel ontwerper die voor ontwerpbureaus werkt in projecten. Je doelgroep bestaat meestal niet uit vakgenoten, maar vaak wel uit mensen die het vakgebied enigszins kennen. Leverancier en klant van voeding (groothandel en restaurant), zorg (gemeente en zorgbedrijf) of auto-onderdelen (producent en garage) hebben vaak een grote overlap in vaktaal, zodat je die goed kunt gebruiken.
Omdat je vaak blind bent voor je eigen vaktaal (“Dat is toch een gewoon Nederlands woord?” vragen die vaklui dan verontwaardigd), is het goed om je tekst af en toe aan je doelgroep voor te leggen.
Ja. En dat is precies de reden dat je er woorden bij moet gebruiken, om duidelijk te maken wélke van die duizend woorden je bedoelt. Beeld is goed en het scoort bij Google. Maar zonder tekst heb je er weinig aan, zelfs fotografen die ik ken hebben tekst nodig en Google vraagt nog altijd meer dan 400 woorden. Beeld en tekst vullen elkaar dus perfect aan.
Als je je lezers in actie wilt brengen, schrijf dan in de gebiedende wijs, stel ik. Het komt waarschijnlijk door de term ‘gebiedend’, maar eigenlijk is het heel aardig. Je mag ervan uitgaan dat je webbezoeker lui is – die wil niet te veel nadenken. Als jij dan op een presenteerblaadje geeft wat die moet doen, is dat alleen maar makkelijk. Net als in een recept.
Korte zinnen zijn meestal gemakkelijker te lezen dan lange zinnen. Maar als je allemaal korte zinnen achter elkaar schrijft wordt je tekst hijgerig en vervelend om te lezen. Juist afwisseling brengt melodie aan in je tekst.
Ook voor laaggeletterden is het prettiger als je zinnen aan elkaar voegt met voegwoorden (en, maar, of) en verwijswoorden (die, dat, daarover). Daarmee breng je logica aan.
Veel mensen aarzelen om te gaan bloggen, omdat ze niet willen opscheppen over zichzelf. Dat geldt al helemaal op de over-mij-pagina. Maar het is heel terecht dat je niet wilt opscheppen, daar houden Nederlanders ook helemaal niet van, in tegenstelling tot Amerikanen. Amerikaanse formats geven je ten onrechte het idee dat je moet vertellen hoe goed je bent. Dat werkt misschien nog voor Nederlandse consumenten en zzp’ers, maar meestal schrikt het gewoon af.
Wat dan wel, zul je vragen. Schrijf wat je graag doet, waar je warm van wordt en wat je voor je klanten doet. Focus daarbij op hoe je klanten het beter kunnen doen. Je geeft als het ware vanuit de coulissen je klant het zwaard aan waarmee die zelf de draak kan onthoofden. Je klant is de held. En omdat het allemaal op jouw website gebeurt, ben jij toch wel aanwezig. Het is echt wel duidelijk dat ze jou nodig hebben om die held te zijn.
Op je over-mij- of over-ons-pagina is opscheppen dus ook niet zo’n goed idee. Beantwoord daarom deze vragen:
Regelmatig krijg ik klanten die hun projectbeschrijvingen als blog willen gebruiken. Maar dat zijn twee verschillende zaken: je projectbeschrijvingen zet je in een portfolio waarmee je laat zien wat je allemaal kunt, hoe groot de projecten zijn, voor wie je gewerkt hebt en welke opdrachten je aankunt.
Maar dan weten je websitebezoekers nog niet hóé je werkt. Daarom blog je. Bovendien kun je dan met drie projecten per jaar alsnog elke week (maar het mag ook elke maand) een nieuw verhaal vertellen, omdat je in een blog helemaal inzoomt.
Het kan je een behoorlijk writers’ block opleveren als je denkt dat je alles wat je weet in je blog moet verwerken en dan nog heel veel onderzoek en trainingen en complete opleidingen moet volgen omdat er nog zoveel is wat je niet weet. Ondernemers die eerst alles over hun vakgebied willen weten en alle opleidingen gevolgd willen hebben voordat ze beginnen te ondernemen, beginnen nooit met ondernemen.
Maar je klanten huren jou juist in omdat jij zoveel meer weet dan zij. Neem een voorbeeld aan de vragen die ik in dit blogartikel stel. Ik sprak letterlijk net iemand aan de telefoon die vertelde dat ze niet met bloggen begint omdat ze denkt dat ze eerst meer moet weten. Die vraag noteer ik meteen. Het antwoord erop schrijf ik nu uit de losse pols met wat ik weet.
Natuurlijk wordt mijn antwoord beter als ik het na een nacht marineren nog eens aanscherp, maar zulke vragen krijg ik dagelijks van mijn klanten. Mijn document met dergelijke vragen die ik nog niet in mijn blog heb verwerkt is 112 pagina’s lang.
O, en voor je denkt dat een ander het al een keer op internet heeft gemeld, lees mijn blog Het is toch al een keer gezegd?
Vandaag nog krijg ik een mail met het verzoek “Wat kost het mij als jij mijn e-boek redigeert? Ik weet nog niet hoeveel woorden het zijn.” Of iemand vraagt: “Wat zou het kosten als jij voor mij de conceptversie van mijn boek bekijkt, wat tips geeft en eventueel stukken herschrijft?”
Ik geef alleen een uurprijs (op dit moment 85 euro exclusief btw). Ook per pagina of zelfs per woord kan ik heel moeilijk iets inschatten. Een prijs per woord suggereert dat meer woorden meer tijd kosten – het omgekeerde is vaak waar: juist inkorten kost veel tijd. Bovendien is het ene woord het andere niet. Het aantal woorden dat ik per uur redigeer varieert van 737 tot 3.010. Dat is ruim factor 4! Er is dus geen peil op te trekken.
Een boek kost meer tijd per woord dan een blog, omdat die structuur bijna per definitie ingewikkelder is en vaak ook nog verschillende dimensies heeft.
Een stuk dat door verschillende mensen is geschreven kost meer omdat ik er één stijl van moet maken, met consequent woordgebruik.
Normaal gesproken reageren klanten één keer op mijn redactie met wijzigingen bijhouden en dat verwerk ik. Maar wil je dat vaker, dan kost dat uiteraard meer tijd.
Een interview op locatie kost mij reistijd en duurt ook langer dan door de telefoon.
Voorbeeld: ik interview je klant per telefoon. Dat is een enthousiaste klant die een goed en logisch verhaal kan vertellen. Zo’n gesprek kost ongeveer een uur. Een CEO die over een grote organisatieverandering praat en ook nog haar missie kwijt wil kan er anderhalf uur voor nodig hebben, maar een zzp’er die niet goed snapt wat jij hebt gedaan en niet zo’n prater is kan nog wel meer nodig hebben. Als ik meetyp, kost het uitwerken, de eerste redactie en het verwerken van een paar kleine aanpassingen nog eens het dubbele, totaal drie keer de duur van het interview.
Dus als budget een ding is, scheelt het als je een klant met een strak verhaal uitkiest. Eventueel kun je het vooraf samen doornemen aan de hand van Arie’s elementen. Je feedback staat duidelijk met Controleren/Wijzigingen bijhouden in mijn tekst in Word aangegeven en als er verschillende mensen feedback hebben, staat dat allemaal in één document verwerkt.
Als jij de tekst schrijft en je let een beetje op Arie, dan is alleen redigeren natuurlijk goedkoper dan interviewen, schrijven en redigeren. En naar mate we elkaar beter leren kennen gaat het vaak sneller.
Een nieuwe tekst voor je website is onder de streep goedkoper als je alle professionals in een vroeg stadium betrekt. De structuur of opbouw van de website, de marketing, de beelden en vormgeving en de webtekst vormen één geheel. Heb je de website al half af en haal je er dan pas een tekstschrijver bij (of fotograaf, of bouwer, of vormgever, of marketeer), dan loop je de kans dat ofwel een deel overnieuw moet, ofwel de professionals beperkt zijn in hun bijdrage en dat het geheel minder effect heeft, dus jou minder klanten oplevert.
The proof of the pudding is in the eating, dus je weet pas echt wat je aan me hebt als ik al voor je gewerkt hebt. Maar ik doe niet aan gratis, na een persoonlijke kennismaking betaal je gewoon voor mijn tijd. Je kunt wel een proefuur bij me boeken: dan werk ik een uur voor je en vind je het niets, dan stop je gewoon. Je kunt altijd per direct stoppen, ook halverwege een abonnement. Kortom, we komen er altijd wel uit en je zit niet aan me vast.
Heb jij ook een vraag?
‘Woorden doen geen pijn,’ werd ik afgewimpeld toen ik bij de meester klaagde dat ik…
Hoe rol jij de rode loper uit voor je doelgroep? Geleid ze stap voor stap…
Als klein bureau of zzp’er heb je een enorme voorsprong op grote bedrijven: je bént…
Hoe kun je vertellen hoe belangrijk jouw boodschap is? In elk geval niet door te…
Een roodgloeiende telefoon, een volle agenda en een gestage inkomstenstroom. Dat is uiteindelijk wat je…
Ben jij bescheiden? Vind jij anderen belangrijker dan jezelf? Pas jij je gemakkelijk aan? Dat…